Colonia
Om de Spanjaarden in Buenos Aires zoveel mogelijk te koejoneren, besloten de Portugezen in 1680 aan hun kant van de Río de la Plata een havenstad te stichten op het punt dichtst bij de stad van hun concurrenten gelegen: Colonia del Sacramento. Van hieruit kan je de hoge gebouwen van de Argentijnse hoofdstad zelfs met het blote oog zien, zo’n veertig kilometer verder. De stad is daarna meermaals veroverd en heroverd door zowel de Spanjaarden als de Portugezen om uiteindelijk halfweg de achttiende eeuw definitief in Spaanse handen te vallen.
Redenen genoeg om hoge verwachtingen te koesteren: een koloniaal stadje met een rijke geschiedenis, UNESCO Wererlderfgoed en een van Uruguay’s topbezienswaardigheden, er wordt zelfs speciaal een ferry vanuit Buenos Aires ingelegd. En inderdaad, de typische koloniale straatjes waar je bijna je enkels breekt, de Spaanse en Portugese huisjes waarvan sommige met een klein museumpje, de oudste kerk van het land en de negentiende-eeuwse vuurtoren zorgen voor een idyllische plaatje.
Het is mij echter een raadsel hoe iemand hier meer dan een halve dag kan vullen zonder uitgebreid te tafelen en te drinken. Voor wie lijdt aan lethargie of al jaren in comateuze toestand verkeert, moet dit het paradijs zijn. Na een paar uur, de rondleiding met gids inbegrepen, verveel zelfs ík me dood.
Gelukkig kan ik wat tijd spenderen in een lokale bank, want ik was zo slim geweest om mijn bankkaart in hun automaat te laten zitten. Na een telefoontje naar de maatschappij die de automaten beheert, word ik gevraagd om tegen twee uur terug te komen, wanneer ze komen bijvullen. Tegen half drie maken de heren hun opwachting en krijg ik mijn kaart zonder verdere problemen overhandigd. Terug buiten gekomen kijk ik toch even verbaasd op. De gepantserde wagen en de deur van de bank worden bewaakt door zes of zeven kleerkasten met kogelvrij vest en het geweer in de aanslag. Een grapje maken lijkt mij niet zo’n goed idee.
Wanneer eindelijk de avond valt, beklim ik de vuurtoren om van de dramatische zonsondergang over Buenos Aires te genieten. Het lijkt wel alsof de stad aan de overkant in brand staat. De apotheose mag er wel zijn.
Carmelo
‘s Anderendaags kruip ik vlug de bus op naar Carmelo, een eindje stroomopwaarts, om de ferry te nemen naar Argentinië. Deze ferry vaart van Carmelo naar Tigre, het westelijke uiteinde van Buenos Aires, aan de rand van de Paraná-delta. Maar aan de terminal is er verdacht weinig leven te bespeuren. Een eenzame bewaker onderschept me aan de ingang met de boodschap dat er vandaag niet meer gevaren wordt. Ik betreur dat ik nu door de regen een hotel moet zoeken, maar verder stemt de boodschap mij wel vrolijk: onverwacht ergens stranden betekent altijd een extra leuke dag in het vooruitzicht. En dat is deze keer niet anders.
Na een kwartiertje stappen door de aanhoudende regen kom ik bij een boutique hotel waar ik tegen sterk verminderde prijs een prachtige ruime kamer krijg, afgewerkt in licht hout. Dit is de streek van de wijn en de keuze voor een aan de regen aangepaste namiddagactiviteit is dus gauw gemaakt. Veel andere opties waren er sowieso niet.
Bodega Cordano
Een uurtje later krijg ik een warm welkom in Bodega Cordano, een paar kilometer ten noorden van Carmelo. Onder andere omstandigheden een aangenaam fietstochtje, door de regen een korte taxirit.
De gastvrouw en tevens eigenares van dit familiebedrijf zorgt persoonlijk voor een rondleiding op het domein. Ze vertelt over het hele proces, de Italiaanse familie waar ze van afstamt (zoals ongeveer alle bodega’s in de streek werd ook deze opgericht door Italiaanse immigranten), de uit Frankrijk afkomstige druiven en de Chileense vaten. Of waren het Argentijnse vaten ? In elk geval is de wijn wel Uruguayaans.
Wegens het slechte weer worden de wijngaarden overgeslagen, waar ik niet om treur, ik heb intussen al een klein hongertje en dorstje. Terwijl ik de eerste wijn, een witte, en de hapjes voorgeschoteld krijg, vertelt haar echtgenoot dat ik pas de tweede Belg ben. Een week of zo geleden is er een journalist gepasseerd, maar hij heeft geen idee van welk blad.
Na de witte wijn volgt nog een rosé, een sterkere, lekkerdere rosé, een rode wijn en het pronkstuk: de tannat. Die tannat vindt men alleen in Uruguay, doordat alleen hier de juiste omstandigheden voor deze druif voorkomen. En het moet gezegd, lekker is hij ook wel.
Terwijl ik stilaan denk aan opkrassen, alle beloofde wijnen zijn geproefd, komt de gastheer met twee likeurs op de proppen: een van tannat en een van honing. En of ik misschien nog wat hapjes wil ? En is er misschien een van de wijnen die ik ook nog eens wil proeven ? Weigeren is zo onbeleefd en aangezien we goed opgevoed zijn …
Oh, en we hebben ook nog een heel lekkere entreviños, die moet je zeker ook nog eens proeven …
Hoewel het niet meer regent wanneer ik een paar uur later weer buiten sta, ben ik toch blij dat ik niet met de fiets gekomen ben.
Tigre, Argentinië
De overtocht naar Tigre duur twee uur en een half, dubbel zolang dan de overtocht van Montevideo of Colonia naar Buenos Aires, maar er is ook meer dan dubbel zoveel te zien. Vooral de tweede helft, door de delta van de Paraná, mag gezien worden.
In Tigre zelf bestaat het belangrijkste en zowat enige vermaak uit boottochtjes over de kleinere kanaaltjes van de delta. Langer dan een uur moet dat ook niet duren.
P.S. Ik denk dat ik mij de moeite om te solliciteren bij de toeristische dienst van Colonia maar ga besparen 😀
2 gedachten over “Via Colonia en Carmelo naar Argentinië”
Zo ken ik je, nooit een alcoholisch drankje afwijzen ??
BTW, Thailand was ook heel goed!
Toch niet als ze ‘t zo schoon vragen 😉
Ik had van Thailand niet anders verwacht