In Tucumán neem ik de nachtbus naar Mendoza (laten we het er op houden dat ik geen fan van Flecha Bus geworden ben) op zoek naar aangenamere oorden, die kunnen niet moeilijk te vinden zijn. In Mendoza valt me meteen het aangename klimaat op, warm, maar niet ondraaglijk. Met de hulp van een rij bomen aan weerskanten van elke straat en een gigantisch stadspark, Parque General San Martín, aan de westkant van de stad . Het besef dat één boom even veel afkoelt als tien airco’s, is hier duidelijk doorgedrongen.
Op het vrijwel verlaten Plaza Pedro del Castillo, het hart van het oude stadscentrum dat samen met de rest van de stad door een aardbeving anderhalve eeuw geleden volledig verwoest werd, leer ik dat de stad niet gesticht werd door sergeant Mendoza, maar wel door de man naar wie het plein genoemd werd en wiens standbeeld er toch een beetje beteuterd bij staat.
De resten van het deels opgegraven oude cabildo werden verwerkt in het recent gerenoveerde Museo Área Fundacional. Een museum grotendeels gewijd aan de stad, haar geschiedenis en de niet te overschatten rol van water in het ontstaan en voortbestaan ervan. Het andere deel van het museum handelt over de mishandeling en onderdrukking van vrouwen in de loop van de geschiedenis. In Latijns-Amerika nog steeds een enorm probleem dat vooral tot uiting komt in het ontstellend aantal vrouwenmoorden.
Wijn in Mendoza
Het mag een klein mirakel heten dat deze dorre streek (Vandaag halen we wel amper vijfentwintig graden. Dat is ‘goe vur iet op de doen’, dus doe ik toch maar een truike aan.) kon omgetoverd worden tot de vruchtbare wijngaarden die Mendoza dé topwijnstreek van Argentinië maken, gevolgd door Cafayate. Mijn volgende stop wordt dan ook La Enoteca om wat meer te leren over de wijn. Deze avond is er een evenement waardoor ze eigenlijk gesloten zijn en daardoor geen gids kunnen meegeven, maar ik mag wel vrij rondlopen en krijg evengoed al vlug een glas witte wijn in de hand geduwd “voor de selfies”. Nu ben ik geen liefhebber van witte wijn, maar deze mag er best wel zijn. En ik voel mij nu ook wel een beetje moreel verplicht om een selfie te maken met dat gratis glas wijn.
Maipú
Daarna neem ik de trein naar Maipú waar zich de meeste bodega’s bevinden en huur een fiets om er een aantal te bezoeken. Fietsen en wijn drinken is een combinatie die al eens voor enige onstabiliteit kan zorgen en dus krijg ik een stevige fietshelm op het hoofd geplant. Ik vraag maar niet of ze deze voorzorgsmaatregel nemen uit ervaring.
Van zodra ik de hoofdweg verlaat, fiets ik tussen wijn- en olijfgaarden tegen een achtergrond van voorlopig nog met eeuwige sneeuw bedekte Andestoppen.
Toppertje is het bezoek aan de bodega van de familie Cecchin, waar organische wijn gemaakt wordt. Ik mag zelfs twee keer deelnemen aan de degustatie. Dat compenseert een beetje voor bodega Giol, waar ik een uur voor de aangegeven sluitingstijd al niemand meer aantref. Veel wijn zullen die aan mij niet (meer) verkopen.
Eén gedachte over “Mendoza, dé Argentijnse wijnstreek”
Al eens gedacht een boek te schrijven over je reis? Je verslagen die je nu maakt zij best leesbaar. Als je daar nog wat geschiedenis bij schrijft wordt het nog interessanter voor de lezers. En je kunt misschien van je hobby je werk maken, gr
Wanneer kom je eigenlijk terug?