Bij aankomst in Buenos Aires blijkt het lekker te regenen, tot zover dat beloofde zomerweertje met veel zon. Na afkappen van mijn bagage in de AirBNB is het zowaar gestopt met regenen, maar de lucht is nog grauw, dus ik besluit toch maar een regenvestje aan te doen. Na een poosje breekt de zon toch door, om niet meer te verdwijnen, en voel ik mij redelijk belachelijk met mijn regenvestje.
Vorig jaar had ik mijn passage hier beperkt tot Tigre, nu is het moment om de stad zelf ook eens te verkennen.
Op zondagen vindt in San Telmo, een van de oudste buurten van Buenos Aires, de Feria de San Telmo plaats, beginnend op Plaza Dorrego, het oudste plein van de stad. Het gebeuren is een beetje vergelijkbaar met El Rastro in Madrid, maar meer gericht op antiek, kunst en kunstige souvenirs in plaats van nieuwe kledij en prullen. Bij elke kunstenaar hangt er ook een blaadje om de staatsgreep in Bolivië te veroordelen. Vanaf Plaza Dorrego gaat het via de hoofdstraat verder naar Plaza de Mayo, met casa rosada (het presidentieel paleis), cabildo en de kathedraal.
Plaza de Mayo
De kathedraal mag er best wel zijn, al staat ze een beetje weggemoffeld achter bomen in een hoekje van het plein, maar ik ben niet onder de indruk. Mogelijk verwacht ik na die van Salta en Montevideo te veel van een kathedraal. Intussen heb ik ook al spijt dat ik geen oordopjes meegebracht heb, de orgelmuziek en bijhorend gezang staan luid genoeg om de doden weer tot leven te wekken. Mogelijk is dat ook de bedoeling, want in een zijkapel bevindt zich het mausoleum van generaal José de San Martín, de hoogst geachte held uit de onafhankelijkheidsstrijd, bewaakt door twee schildwachten, en buiten aan de voorgevel een vlam die zijn geest levend moet houden. Maar wie niet weet dat die vlam daar is, loopt er zonder het op te merken gewoon onderdoor.
Casa rosada is alleen op zaterdag te bezoeken én moet vooraf gereserveerd worden online. Die reservatie kan pas vijftien dagen ervoor en aangezien het bezoek gratis is, is er snel bij zijn de boodschap … U raadt al dat ik er niet in geslaagd ben een reservatie te bemachtigen. Gelukkig is er nog het ‘gewone’ museum, eveneens gratis, om de hitte even te ontvluchten, gelukkig zonder reservaties. En best nog interessant ook, met filmpjes uit de tumultueuze geschiedenis van Argentinië, een aantal voorwerpen en een gedeelte gewijd aan de presidentiële trein, tussen de restanten van het oude douanegebouw.
Centro Cultural Kirchner
Nauwelijks een paar honderd meter verder krijg ik al een nieuwe gelegenheid om te schuilen voor de hitte, in het onder impuls van voormalig president Kirchner tot cultuurcentrum omgevormde postgebouw. Daterend uit de tijd toen de posterijen nog iets betekenden en al een aantal jaren in onbruik geraakt. Zowel langs buiten als vanbinnen een prachtig gebouw, met zalen voor exposities en voorstellingen. En bovendien nog gratis ook. In sommige landen worden kunst en cultuur wel nog geapprecieerd.
Hoewel misschien weinig met kunst of cultuur te maken, bevindt zich op de eerste verdieping de tentoonstelling van een privéverzameling balpennen. In alle vormen en formaten en uit alle hoeken van de wereld, verzameld door Hans-Georg Schriever-Abeln uit Bremen. Vooral geestig zijn de reclamefilmpjes uit de beginperiode van de balpen die tevens dienden als handleiding voor het gebruik van deze revolutionaire nieuwigheid.
Nudos Salvajes heet de volgende expositie, van de Franse kunstenaar Jean-Michel Othoniel, en is aanvankelijk toch een beetje een tegenvaller aangezien ik de titel vertaald had als Naakte Wilden terwijl Wilde Knopen bedoeld werd. Een soort kleurrijke uit de kluiten gewassen kettingen van aan elkaar bevestigde bollen vormt de bedoelde ‘knopen’. Uiteindelijk toch wel boeiender dan naakte wilden.
Tenslotte is er nog de retrospectieve van Julio le Parc, een ‘visionair’. In zijn werken speelt hij graag met optische effecten door lichtinval- en weerkaatsingen, al dan niet statisch en soms ook interactief. Niet weinig gesmaakt ook door kinderen.
Congreso
Na het weekend trek ik naar het Palacio del Congreso, waar de regering zetelt. Het gebouw, geïnspireerd op het Capitool in Washington DC, staat vrijwel volledig in de steigers. Een metafoor voor de belabberde staat waarin de uittredende president het land achterlaat, dringt zich op. Vandaag is echter een feestdag en worden er geen rondleidingen gegeven. Al weet niemand precies waarom vandaag een feestdag is. Niet dat niemand weet wát er gevierd wordt, maar waaróm dat nu persé gevierd moet worden met een vrije dag … De viering moet er in elk geval stevig ingehakt hebben, want, ondanks eerdere berichten, worden ook de rest van de week de rondleidingen geschrapt.
Palacio Barolo
Aan de overkant van Plaza del Congreso, in Palacio Barolo, heb ik meer geluk. Voor dit gebouw, een beetje de tegenhanger van Palacio Salvo in Montevideo, liet de architect, een Italiaan, zich inspireren door La Divina Commedia van Dante Alighieri. Zo staat het gebouw bol van de verwijzingen naar dit werk (opgedeeld in Hel, Vagevuur en Paradijs, honderd meter hoog, tweeëntwintig verdiepingen…) en symbolen van de vrijmetselarij. In het Empyreum, de hoogste hemel van waar het goddelijke licht zich verspreidt, voel ik mij toch iets minder op mijn gemak dan in het paradijs de bedoeling moet zijn, op smalle bankjes, in een kleine ruimte slechts van de afgrond gescheiden door niet al te stevig uitziende vensters. Al helemaal niet wanneer het vuurtorenlicht begint rond te draaien. Voor mijn gemoedsrust vermijd ik toch maar om naar beneden te kijken, hopend dat de gids haar uiteenzetting een beetje kort houdt. Blij ook dat de temperaturen in deze kleine serre zo hoog oplopen dat niemand mijn angstzweet opmerkt.
Terug buiten kom ik terecht in een manifestatie tegen de staatsgreep en moordpartijen in Bolvia. Dit is wat men noemt van de hemel in de hel belanden. Hoewel de sfeer verre van gewelddadig aanvoelt, houd ik mij toch liever een beetje uit de buurt van politieke manifestaties, je weet nooit hoe snel de sfeer kan omslaan, en bied ik mij een paar blokken verderop aan voor een rondleiding in Teatro Colón, qua akoestiek zowat het beste theater ter wereld. En ook het interieur mag gezien worden. Nadat de eerste twee architecten vroegtijdig stierven, werd er gewag gemaakt van een vloek op het gebouw. Een vloek waarvan de derde architect, die het project tot een goed einde bracht, zich weinig aantrok. Die derde architect was een Belg.
Eén gedachte over “Mijn eerste dagen in Buenos Aires, Argentinië”
goh …. t zal niet t zelfde zijn als daar, maar ik ” geniet toch een beetje mee ” 🙂 ….
” KW ” aanschaffen ? En die promotiefilmpjes van de allereerste balpennen spreken me erg aan, eens op zoektocht gaan hiernaar 🙂 soms is zoiets alledaags ineens toch een ” technisch wonder ” ;p knuffels